Verslag ICOM General Conference 2022

02/09/2022

door Jorne Vriens

Het gebouw waarin de 26e ICOM General Conference (20-28 augustus 2022) werd gehouden is ontworpen door Jaroslav Mayer, die de opdracht kreeg een Cultuurpaleis te bouwen voor de stad Praag waar een groot publiek theatervoorstellingen en musicals moest kunnen bijwonen. Nu is het een conferentiecentrum, waarvan de schaal - die is zonder meer kolossaal - niet meteen opvalt. Op maandagochtend voert de metro een stroom bezoekers naar deze plek net buiten het oude centrum van Praag. In de ontvangsthal krijgt iedere bezoeker een naambadge omgehangen. Vanaf dat moment is iedereen zichtbaar ICOM-lid, of in ieder geval zichtbaar geïnteresseerd in musea. Om hoeveel mensen dat gaat blijkt pas bij het binnenstappen van de conferentiezaal: uit de opmerkingen en blikken spreekt lichte verbazing dat bijeenkomsten van deze schaal na de pandemie weer mogelijk zijn.

Internationaal karakter

Wie voor de eerste keer een ICOM-conferentie meemaakt, zoals ik, zou vooral onder de indruk kunnen zijn van het internationale karakter. Mogelijk ligt dat aan mij, de eerste letter van het acroniem ICOM geeft dat karakter immers aan, maar ik had bijvoorbeeld niet verwacht dat je een hoofdtelefoon zou krijgen bij binnenkomst van de zaal om af te stemmen op de simultaanvertaling wanneer er bij uitzondering in het Spaans of Frans wordt gesproken. De plechtige opening en de daaropvolgende toespraken worden voorzien van een vrolijke noot als een Tsjechisch gezelschap een volksdans opvoert.

Na de plenaire bijeenkomsten in de grote zaal zijn er ’s middags lezingen en panelgesprekken in de kleinere zalen van het conferentiecentrum. Het aanbod is groot en omdat je gewoon kunt aanschuiven is het eenvoudig om zelf een programma samen te stellen. Soms is goed te zien waar conferentiebezoekers warm voor lopen: tot op de gang stonden bijvoorbeeld mensen te luisteren naar een presentatie over de LGBTQIA+ gemeenschap in musea. Deze kleinere bijeenkomsten zijn uitgelezen momenten om gelijkgestemden tegen te komen en nieuwe contacten te leggen. Een voorbeeld: tijdens een workshop over verhalen vertellen in musea, verzorgd door Linda Norris van de International Coalition of Sites of Conscience, oefenden de deelnemers in het ophalen van persoonlijke verhalen door elkaar vragen te stellen. Simpele vragen, zoals: Wie heb je recentelijk belangeloos geholpen?, leidden tot goede gesprekken. Na slechts een uurtje uitwisselen had je er minstens een paar conferentievrienden bij. 

32 comités

De kleinere bijeenkomsten worden veelal georganiseerd door comités die de landsgrenzen overstijgen en zijn georganiseerd rondom een specialisme. Het zijn er 32 in totaal, gericht op het verzamelen van kostuums tot het bespreken van ethische kwesties. Als nieuwkomer kan het soms zoeken zijn waar onderwerpen worden besproken die aansluiten bij een inhoudelijke interesse. Met wat bladeren in de conferentiegids krijg je al een indruk. Ook zijn er altijd wel ervaren conferentiebezoekers die je meer kunnen vertellen over de betekenis van de afkortingen van de verschillende comités.

Setareh Noorani, onderzoeker bij Het Nieuwe Instituut, Rotterdam, geeft een presentatie tijdens de ICOM General Conference 2022. Foto: Jorne Vriens

Contact is snel gelegd

Een conferentie is een uitgelezen kans om in een paar dagen tijd veel nieuwe - internationale - museum- en erfgoedcontacten op te doen. Ook contact met Nederlanders is snel gelegd. Nederland is met zo’n tachtig Praag-reizigers goed vertegenwoordigd. Door dit betrekkelijk grote aantal kom je ze overal tegen, ook buiten het conferentiegebouw (er is zelfs een officieus ‘Holland House’; het hotel waar een gedeelte van de delegatie logeert). 

Dichtbij een ideaal museumbezoek

’s Avonds is er in de binnenstad steevast een borrel en de gelegenheid om musea te bezoeken en ceremonies bij te wonen. Op dinsdag bijvoorbeeld gaf de deelnemersbadge toegang tot verschillende musea, waaronder de Praagse Kunsthalle. Dat kwam dicht bij hoe ik me een ideaal museumbezoek voorstel: eerst een sterke tentoonstelling over kinetische kunst bezoeken op de onderste twee verdiepingen van het museum, om vervolgens op de derde etage, na een tussenstop bij de wijnbar, op het balkon met uitzicht op het oude centrum van de stad te stappen. Het waren de perfecte omstandigheden om de indrukken van die dag uit te wisselen. 

Stemmen over de nieuwe museumdefinitie

In de wandelgangen van het congrescentrum was niet te missen dat de belangrijkste gebeurtenis van deze week de stemming over de nieuwe museumdefinitie was. Zoals bij een verkiezingsstrijd liepen er mensen die op hun naambadge een button met ‘vote yes!’ hadden gespeld. In feite was het ook een verkiezing, niet voor een kandidaat maar voor het al dan niet herzien van een definitie die in 2007 voor het laatst is gewijzigd. In de nieuwe definitie worden musea onder andere als toegankelijk en inclusief omschreven en als plekken waar duurzaamheid en diversiteit bevorderd worden in samenwerking met groepen buiten het museum. Buttons of andere uitingen tégen de nieuwe definitie heb ik niet opgemerkt. En dat beeld kwam overeen met de uitslag van de stemming, waaruit bleek dat maar liefst 92% vóór had gestemd. Toen dat percentage op het scherm verscheen barstte de zaal in een applaus uit dat deels verraadde hoeveel gesprekken er nodig moeten zijn geweest sinds een andere variant in 2019 niet op een meerderheid van de stemmen kon rekenen. Voor velen was dit merkbaar een historisch moment. 

Na de stemmingsronde voor een nieuwe museumdefinitie. Foto: ICOM

De aandacht die in de nieuwe museumdefinitie wordt gegeven aan de rol van het museum in de samenleving was ook terug te zien in de presentaties van de sprekers. Een indrukwekkend voorbeeld was de voordracht van museumdirecteur Lonnie G. Bunch, die per videoverbinding vertelde dat een museum er is voor ‘the greater good’, waarna hij voorbeelden gaf van hoe zijn Smithsonian Institution een maatschappelijke bijdrage levert aan de samenleving. Zijn beschrijving van deze zeer menselijke benadering, waarin twijfel en bescheidenheid een centrale rol vervullen, werd met daverend applaus ontvangen.

In groepsverband op verkenningstocht

Na drie ochtenden plenaire sessies was er donderdag en vrijdag gelegenheid om aan te haken bij een georganiseerd bezoek aan een instelling of een regio, of om op eigen houtje op pad te gaan en Praag te verkennen. Dat laatste kon natuurlijk ook in groepsverband: na slechts drie dagen heb je al zoveel mensen ontmoet dat het eenvoudig is een groep te vormen. Het tekent wat mij betreft het sociale karakter van de conferentie: hoe eenvoudig het er is om land- of vakgenoten beter te leren kennen en visitekaartjes of uitnodigingen te verzamelen om eens bij een instelling langs te gaan. In presentaties werd regelmatig verwezen naar nieuwe generaties of naar frisse ideeën. Mijn ervaring was dat het ICOM-netwerk nieuwkomers zoals ikzelf graag verwelkomt. 

Nationaal Museum, Praag. Foto: Jorne Vriens.