In 2025 organiseert het Stedelijk Museum Zutphen een tentoonstelling over illustrator Jo Spier (1900-1978). Samen met het Filmmuseum Potsdam, het Joods Historisch Museum Amsterdam, het Gettomuseum in Theresiënstadt en het Joods Museum in Praag doen Christiaan te Strake en Niels Beugeling onderzoek naar de moeilijkste periode uit het leven van Jo Spier: zijn tijd in concentratiekamp Theresiënstadt. Door welke ogen moeten we het werk dat hij toen maakte bekijken?
We spreken met Christiaan over het verloop van het onderzoek en de reis naar de Verenigde Staten die zij met ondersteuning van ICOM Nederland maken.
Allereerst, wie was Jo Spier?
Jo Spier, in 1900 geboren in Zutphen, is bekend geworden om zijn markante tekenstijl. Met een efficiënt lijngebruik en weinige maar treffende details wist hij een grote ruimtelijkheid in zijn tekeningen te suggereren. Op geestige wijze, soms persiflerend, soms licht-ironisch, beeldde hij in cartoonachtige tekeningen het wel en wee van de Nederlander uit, zonder ooit sarcastisch of grof te zijn. Bij een enquête uit 1938 kwam hij als een van de tien bekendste Nederlanders uit de bus en nog steeds is zijn werk bekend bij velen.
In de Tweede Wereldoorlog was hij onder andere geïnterneerd in het concentratiekamp Theresiënstadt, in wat nu Tsjechië is. Tot zijn vertrek naar Amerika in 1951 werkte hij voor Elseviers Weekblad. Ook in de Verenigde Staten maakte hij reclamedrukwerk, jaarboeken, briefkaarten en kalenders, ontwierp hij advertentiecampagnes voor vele instellingen en bedrijven en illustreerde hij boeken. Jo Spier overleed op 21 mei 1978 in Santa Fe, New Mexico. Hij was op dat moment op bezoek bij zijn zoon Tom Spier, die nog altijd in Santa Fe woont.
En nu gaan jullie naar Santa Fe, om Tom Spier te spreken?
Ja. Hij is inmiddels over de negentig, maar nog kwiek genoeg om te vertellen over zijn vader. We hopen de gesprekken met hem op te nemen en te bewerken tot een video-bijdrage aan de tentoonstelling. Tom was er als elfjarig kind bij toen zijn vader in Theresiënstadt tekeningen maakte van de propagandafilm ‘Der Führer schenckt den Juden eine Stadt’ (De Führer schenkt de Joden een stad) die in 1944 door de Joodse, eveneens in Theresiënstadt geïnterneerde regisseur Kurt Gerron over dit ‘modelkamp’ werd gemaakt.
Waarom maakte hij die tekeningen?
Sommigen zeggen dat de tekeningen van Jo Spier bij het storyboard voor de film hoorden en dat hij dus wel heel nauw met de kampleiding samenwerkte. Wij denken eerder dat hij in opdracht van de joodse ‘kampleiding’ verslaglegging deed van de opnames, zoals hij zelf ook beweerde. In tegenstelling tot Gerron, die na de voltooiing van de film werd getransporteerd naar vernietigingskamp Auschwitz en daar in de gaskamers werd vermoord, overleefde Jo Spier de oorlog. Dat heeft veel mensen aan het denken gezet. Was hij een collaborateur?
Zo wordt Spier namelijk sindsdien regelmatig weggezet. Op 22 mei 2022 nog, in de column van Sylvia Witteman in De Volkskrant, als ze zijn samenwerking met columnist Johan Luger beschrijft: “[…] na de oorlog lekte uit dat Spier in datzelfde Theresienstadt óók fout was, een zogeheten ‘Mussert-jood’ die vrolijke propagandaplaatjes tekende van het ‘gezellige’ leven in het kamp. Daarvoor in ruil woonde hij in een mooi huis met bad en clubfauteuils, waar Mussert zelf hem verse bloemen stuurde.”
Maar je moet je indenken — en zo willen we de tentoonstelling uiteindelijk ook presenteren: had hij wel een keuze? We willen Jo Spier, zijn positie en de drijfveren die ten grondslag liggen aan zijn werk in oorlogstijd, opnieuw tegen het licht houden. Juist in dit tijdsgewricht, waarin we opnieuw dichtbij huis te maken hebben met een situatie van goed en kwaad. Die situaties zijn niet zo zwart-wit als wij geneigd zijn te denken. Een beetje respect opbrengen voor elkaar waarheid, het zou goed zijn als deze tentoonstelling daaraan kan bijdragen.
En daarom zijn jullie nu ook in gesprek met musea in het buitenland?
Ja, we willen een meerlagig verhaal presenteren en spreken daarom onder meer met het Filmmuseum in Potsdam. We kwamen elkaar op het spoor via het onderzoek dat zij momenteel uitvoeren naar de propagandafilm uit Theresiënstadt. Toevallig stuitten ze in Potsdam op beelden van Jo Spier en zo kwamen ze uit bij ons. We zijn verder in gesprek met het Joods Historisch Museum in Amsterdam, waar ook werk van Spier in de collectie hebben. Het Joods Museum in Praag en het Getto Museum van Terezin (Theresiënstadt) zijn eveneens onderzoekspartners.
Maar nu eerst naar de VS. We hopen dat het gesprek met Tom Spier nieuwe informatie oplevert en zijn erg blij dat ICOM Nederland ons in dit proces wil ondersteunen met een reisbeurs.